Van symptoom naar inzicht: hoe je écht kunt herstellen
Veel mensen denken bij een klacht meteen: “Wat is de oorzaak?” En dat is logisch, want als je weet waar het vandaan komt, dan weet je wat je eraan kunt doen. Toch?
Maar in de praktijk is het vaak niet zo simpel. Zowel in de medische wereld als bij veel patiënten ligt de focus vaak op één moment, één oorzaak, één oplossing. Bijvoorbeeld: “Sinds ik gevallen ben, heb ik last van mijn rug.” Of: “Het begon toen ik die griep kreeg.”
Wat we dan vaak doen, is een oplossing zoeken bij dat ene moment. Bijvoorbeeld een pijnstiller, een behandeling of een verwijzing.
Maar… Wat als je klacht niet dáár begon? Wat als je lichaam al veel langer signalen gaf, die pas op dat moment zichtbaar werden?
Jouw klacht heeft een tijdlijn
Veel klachten die ik in mijn praktijk zie, ontstaan zelden “ineens”. Ze ontstaan meestal op basis van meerdere invloeden die zich opstapelen. Dat kan over maanden of zelfs jaren gebeuren. In de wetenschap noemen we dat een multifactorieel proces.
Je kunt die factoren in vier groepen verdelen:
1. Risicofactoren (je systeem raakt overbelast zonder dat je het doorhebt)
Dit zijn omstandigheden die je lichaam of systeem gevoeliger maken. Ze zijn er vaak al lang voordat de klacht ontstaat.
Denk aan bijvoorbeeld:
- Langdurige stress of spanning in je jeugd
- Problemen tijdens de zwangerschap van je moeder
- Altijd klaarstaan voor anderen, maar weinig rust nemen
- Slaapproblemen, ongezonde voeding, weinig beweging
- Familie met veel gezondheidsklachten
2. Uitlokkende factoren (de bekende druppel die de emmer doet overlopen)
Dit zijn gebeurtenissen of veranderingen die net dat extra duwtje geven, waarna je lichaam ‘omvalt’ en de klacht zichtbaar wordt.
Bijvoorbeeld:
- Een scheiding, verlies of heftige ruzie
- Toxisch werkklimaat of langdurige werkstress
- Financiële zorgen of te grote druk
- Infectie, ongeluk of fysieke overbelasting
- Verhuizing, overgang, zwangerschap
3. In stand houdende factoren (die het herstel vertragen of blokkeren)
Soms is de uitlokkende situatie al voorbij, maar blijft de klacht bestaan. Dan zijn er vaak factoren die je lichaam belemmeren om goed te herstellen.
Voorbeelden:
- Slecht slapen of moeite met inslapen
- Piekeren, angst om te bewegen of controle willen houden
- Geen rust nemen of moeite om grenzen te stellen
- Emoties onderdrukken of alles “alleen willen doen”
- Geen steun ervaren in je omgeving
4. Beschermende factoren (die het herstel juist ondersteunen)
Gelukkig zijn er ook dingen die je lichaam helpen om te herstellen. Die versterken je veerkracht en maken het verschil tussen blijven hangen in een klacht — of vooruitgaan.
Zoals bijvoorbeeld:
- Regelmatige slaap en ontspanning
- Gezonde voeding en milde beweging
- Steun van mensen om je heen
- Tijd voor jezelf nemen
- Emoties kunnen delen
- Bewust stilstaan bij wat je lichaam nodig heeft
Vaak richten we ons op het moment waarop een klacht begon — alsof er één duidelijke oorzaak aan te wijzen is. En we zoeken daar graag bevestiging voor, bijvoorbeeld met een MRI-scan of röntgenfoto. Want als we iets kunnen “zien”, dan lijkt het alsof we het begrijpen.
Maar je lichaam is geen simpele machine. Het functioneert als een verfijnd systeem waarin allerlei invloeden samenkomen en elkaar beïnvloeden.
Als je alleen naar dat ene moment kijkt, en daar direct een behandeling of medicijn op inzet of enkel afgaat op wat zichtbaar is op een scan, dan zie je vaak maar een klein deel van het verhaal. Sterker nog: je kunt daardoor juist verder afdwalen van de werkelijke oorzaken en beïnvloedende factoren.
Door te kijken naar jouw gezondheidstijdslijn, naar wat er al vóór de klacht speelde, wat het getriggerd heeft, én wat het herstel belemmert of ondersteunt, ontstaat er ruimte voor diepere verandering. Geen snelle oplossing, maar wel herstel van binnenuit.
Herstel begint met inzicht. Inzicht in je tijdlijn. In de signalen van je lichaam. In wat je systeem uit balans heeft gebracht én wat je nodig hebt om weer in evenwicht te komen.
